Reactie Fietsersbond Zaanstreek op het Zaans Mobiliteitsplan
Zaanstad heeft een concept Mobiliteitsplan 2040 opgesteld en aan diverse instanties om reacties gevraagd. Wij hebben onze reactie aan de fietscoördinator van Zaanstad gegeven.
Een plan met veel goede punten
Wij zijn blij dat er een mobiliteitsplan ligt, en ook dat er in dit plan veel aandacht is voor de fiets. Er staan veel goede voorstellen in het plan. Een groot deel van die voorstellen ondersteunen wij en wij denken graag mee over de verdere invulling.
Meer ambitie gewenst
Wat wij in dit plan missen zijn duidelijke ambities: wat voor stad / gebied wil Zaanstad in 2040 zijn? Het Mobiliteitsplan stelt meerdere malen dat er een “mobiliteitstransitie” nodig is (duurzamer, schoner, gezonder). Maar het legt nergens uit wat de uitkomst van die transitie moet zijn.
Concreet wordt gesteld dat het aandeel autoverplaatsingen de komende twintig jaar van 58% naar 55% zal gaan. En het aandeel fiets van 27% naar 30%. Dit is geen ‘transitie’, hooguit een zeer geleidelijke verandering. Dat kan toch niet de ambitie zijn?
De lat ligt nu zelfs lager dan in het Zaanse coalitieakkoord (2020) waarin nog werd gestreefd naar een aandeel fietsverplaatsingen van minimaal 35%.
Beoordeel de resultaten tussentijds
Wij pleiten ervoor om indicatoren in het plan op te nemen die aangeven wat Zaanstad bijvoorbeeld iedere vijf jaar bereikt wil hebben. Die indicatoren kunnen aangeven hoe het gaat met de uitvoering van het ZMP in termen van ‘modal split’, veiligheid, geluid, luchtkwaliteit, groene ruimte etc. Het hoofdstuk ‘Effecten’ is een goede aanzet, maar het is in onze ogen te passief, en het biedt nog niet genoeg aanknopingspunten voor tussentijdse evaluaties van het Mobiliteitsplan.
Stel prioriteiten
Wij pleiten er ook voor om duidelijke prioriteiten aan de uitvoeringsagenda mee te geven. Die prioriteiten moeten gekoppeld zijn aan de ambities (zie punt 2).
Omdat de financiële mogelijkheden beperkt zijn moeten er in de uitvoeringsagenda keuzes gemaakt worden. Prioriteitsstelling moet garanderen dat dié projecten voorrang krijgen die het meeste bijdragen aan een duurzaam, schoon en gezond Zaanstad.
Zonder duidelijke op transitie gerichte ambities en prioriteiten verwachten wij dat onder budgettaire druk de ‘business as usual’ projecten te vaak voor zullen gaan. Dus de projecten die vooral gericht zijn op de auto-gerelateerde infrastructuur en op ‘doorstroming’.
Voor gedragsverandering moet je verleiden én ontmoedigen
De gemeente wil Zaankanters verleiden om te kiezen voor duurzame en gezonde modaliteiten. Daar is op zich niets mis mee, maar het is slechts de helft van een geloofwaardige strategie. Veel mensen maken de switch naar lopen of fietsen pas als dat voor hen persoonlijk directe voordelen biedt. Zolang de auto de snelste en gemakkelijkste manier van verplaatsing is blijft dat voor veel mensen de standaardkeuze.
Daarom pleiten wij ervoor om actief te sturen op de ‘modal split’: de verhouding tussen de manieren van verplaatsing (fiets, auto, …). Niet-duurzaam vervoer moet vooral in de stedelijke gebieden ontmoedigd worden.
Het Mobiliteitsplan stelt dit voor een aantal gebieden al voor, maar het kan consequenter, als standaardbeleid.
Versterken van de autostructuur leidt niet automatisch tot minder verkeer in de wijken
Het Mobiliteitsplan wil op een aantal plaatsen de ‘rondom een gebied liggende autostructuur versterken om daarmee autostromen dieper in het gebied te matigen’.
Dit lijkt wat optimistisch, aangezien een betere autostructuur in veel gevallen op termijn meer autoverkeer genereert.
Wij pleiten er daarom voor om de standaardaanpak iets aan te passen door de ‘rondom een gebied liggende autostructuur te versterken en tegelijkertijd autostromen dieper in het gebied te matigen’.
Ook hier geldt dat het Mobiliteitsplan dit al voor een aantal situaties wil gaan doen. Het verkeersluwer maken van de N203 na het doortrekken van de A8/A9 is daar een goed voorbeeld van, maar ook hier zou het consequenter kunnen, en als standaardbeleid.
Zoek aansluiting bij de buurgemeenten
Het Mobiliteitsplan sluit aan de mobiliteitsplannen in de regio maar concreet vinden we daar weinig van terug. Zonder te weten wat de plannen van de provincie, de vervoersregio, en andere gemeenten in de omgeving zijn kunnen wij het Mobiliteitsplan op dit punt moeilijk beoordelen. Wij zien vooral initiatieven richting het zuidoosten, maar weinig richting het westen (Beverwijk, Heemskerk, een eventuele nieuwe Buitenhuizentunnel etc.)